Bij het het Chinees en Japans inktschilderen hebben we het over “berg- en waterschilderen” en niet over “landschapsschilderkunst”. Berg- en waterschilderen is de letterlijke vertaling van de Chinese en Japanse benaming Shanshui hua 山水画. Maar dit is niet de enige reden waarom het zo heet en zeker niet de belangrijkste.
Het gaat om de feitelijke betekenis van het begrip landschap. De term ‘landschap’ is in de Europese talen ontstaan in de 15e-16e eeuw. Het verwijst altijd naar een deel van het land dat door de kunstenaar of door de kijker wordt waargenomen. Het is hierdoor beperkt door het gezichtsvermogen. Wanneer het landschap wordt weergegeven in de beeldende kunst (zoals de westerse schilderkunst en fotografie) gelden de wetten van perspectief. Het is een statisch uitzicht omdat het tijd en beweging stop zet en een gevoel van vervreemding geeft.
Shanshui hua betekent berg (shan), water (shui) en schilderij (hua). De naam alleen al is het tegenovergestelde van statisch en geeft juist beweging aan. De dualiteit tussen bergen – statische en massieve elementen – en de wateren – altijd stromend en altijd veranderend. Het drukt Yin en Yang uit. De tegenstellingen die met elkaar geen conflict vormen, maar elkaar juist nodig hebben om zichzelf volledig uit te kunnen drukken. Bovendien is er geen vervreemding en zijn er geen ruimtelijke grenzen zoals bij de westerse landschapsschilderkunst.

Lu Yanshao waterval (1990)
Bij berg- en waterschilderen is het perspectief een expressieve grens. De kijker mag niet het gevoel hebben vast te zitten in een deel van het landschap, noch daarbuiten. Het moet het gevoel uitbeelden dat je je er vrij in kunt bewegen en je er ook door omringd voelt.
En plain air is beperkend
In Europa werd ‘en plein air’ schilderen geïntroduceerd door de school van Barbizon en vervolgens overgenomen door de impressionistische landschapsschilders. Deze kunstenaars hoopten hun werken zo ‘echt’ mogelijk te maken, alsof ze een stille uitdaging aangingen tegen de pasgeboren fotografie. In feite is de school van Barbizon een landschapsstroming van het realisme. De impressionistische landschapsschilders, met name Monet, waren gefascineerd door de variaties van de lichtinval. In feite is het voor een westerling erg moeilijk om zich los te maken van het zicht.
Over het schilderen van berg en water
Bij de Chinese en Japanse kunst wordt ‘en plein air’ schilderen juist als beperkend gezien. Verklarend is een passage uit een essay over het schilderen van bergen en water door een grote schilder van de Song-dynastie, die dit concept perfect samenvat. Guo Xi leefde in de elfde eeuw.
Een berg die van dichtbij wordt gezien, heeft één aspect, en het heeft een ander aspect een paar mijl verderop, en nog een ander aspect van verder weg. De vorm verandert bij elke stap. Het vooraanzicht van een berg heeft een uitzicht, een ander uitzicht vanaf de zijkant en een ander van achteren. Het uiterlijk verandert vanuit elke hoek, net zo vaak als het gezichtspunt. Het is dus noodzakelijk om te beseffen dat een berg op zichzelf enkele duizenden vormen combineert.
in nauw contact met de natuur
Om de rijkdom en verscheidenheid van zijn onderwerp tot uitdrukking te kunnen brengen, heeft de Oost-Aziatische kunstenaar diepgaande kennis nodig. Door meer dan vanuit een enkel gezichtspunt te werken, heeft hij een complexere en diepere relatie met de omgeving en natuur nodig. Veel van de grootste berg- en waterkunstenaars in de Chinese en Japanse geschiedenis kozen voor een leven buiten de steden, door naar de eenzaamheid van de bergen te verhuizen en in nauw contact te leven met het onderwerp van hun kunst. In ieder geval is de visuele beleving een belangrijk aspect voor de kunstenaar om zijn onderwerp te representeren.
Stap voor stap een berg- en waterschildering maken
De uitdrukking ‘bubu youjing’, wil zeggen dat het landschap stap voor stap wordt gevormd, en niet alleen door ervoor te gaan staan. Het is hetzelfde concept dat wordt uitgedrukt door Guo Xi wanneer hij zegt: “De vorm [van de berg] verandert bij elke stap”. Het landschap kan alleen worden gezien door beweging. Door er doorheen te lopen, van binnen en van buiten, omdat bij elke stap een verandering in de geest van de waarnemer wordt gecreëerd door een opeenstapeling van beelden. Deze observatiemethode is met name geschikt voor bergscenario’s, waar rotsen, bomen en rotsmassa’s het zicht op wat erachter ligt bedekken. Als je je echter in een grotere ruimte bevindt, bijvoorbeeld bij meren, grote rivieren of vlaktes, dan zal de manier van observatie en representatie anders zijn. In dit geval is het de ruimtelijke uitgestrektheid die het onmogelijk maakt om alles in één oogopslag te omarmen.
De enige manier om het onderwerp volledig weer te geven is om verschillende ruimtelijke delen te verzamelen en ze samen te voegen. Dezelfde manier van kijken en toepassen op schilderen gebruiken we om door een proces van weglating zeer ver van elkaar verwijderde gebieden weer te geven. In die zin is het mogelijk om een nabijgelegen omgevingsgedeelte te nemen en dit via een ‘ruimtesprong’ naast een zeer verafgelegen gedeelte te plaatsen, waarbij alles ertussenin wordt weggelaten.
Een selectie maken
Door deze twee visuele manieren gaan we in tegen een grote hoeveelheid materiaal aangezien de natuurlijke wereld extreem rijk en gevarieerd is. Niet al haar elementen zijn nodig voor de artistieke realisatie van een werk. Dit komt ook omdat de aanwezigheid van buitensporige hoeveelheden onderwerpen het schilderij verwarrend en onaangenaam zou maken. Hierdoor is het onmogelijk om de geest van de natuurlijke omgeving, die de schilder wil weergeven, aan de toeschouwer over te brengen. Om deze reden moeten degenen die het onderwerp observeren een selectie maken van de noodzakelijke en esthetisch relevante elementen.
Dit principe zien we terug in de laatste twee verzen van het gedicht Pruimenbloesem door Li Fangying (1695-1755). Hij citeert: ‘de ogen ze zien talloze bloemen, maar slechts twee of drie takken zijn echt aangenaam’. In dit geval verwijst de auteur naar de pruimentakken, die wanneer ze bloeien vol bloemen zijn, maar slechts enkele volgen onze esthetische smaak en daarom is het de moeite waard om te schilderen.
‘Duizend bergen kunnen worden geschilderd, maar slechts één heeft een groene top’. Wanneer we een grote hoeveelheid bergen schilderen of andere onderwerpen, moeten ze niet allemaal op een rijke en gedetailleerde manier zijn weergegeven. Waardoor ze allemaal op dezelfde manier de aandacht van de toeschouwer trekken. Slechts één of enkele, afhankelijk van de behoeften van het werk, moeten rijkelijk worden afgebeeld, anders is het werk zwaar en uitputtend voor degenen die zich voorbereiden om het te observeren.

Shen Zhou Voor Zhu Xingfu (1486)
Kunsttijdschrift Shan Shui
Deze tekst is een vrije vertaling van een gedeelte uit het kunsttijdschrift San Shui. Dit tijdschrift wil een stem geven aan hedendaagse Chinese en niet-Chinese wetenschappers en kunstenaars. Hun doel is om een culturele brug te slaan tussen twee grote culturen en om een rijke en vruchtbare dialoog over Chinese schilderkunst tot stand te brengen.
Berg- en waterschilderen is een van de belangrijkste artistieke uitingen in China (en Japan), gekenmerkt door meer dan 1500 jaar evolutie en revoluties, en heeft een nieuwe gouden eeuw van creativiteit en expressie gevonden in de hedendaagse tijd.
Bekijk hier de uitgaven van het tijdschrift Shan Sui. Ze zijn als PDF-document te downloaden.